Compostela - nog erger

4 juni 2019 - Rocamadour, Frankrijk

Fietsen op je geplande rustdag hakt er diep in. Je voelt dat je in de reservetijd speelt. Maar op zondag een open winkeltje vinden in de kleinere dorpjes is onmogelijk. Dus we moeten wel verder.

Het idyllische landschap biedt genoegdoening.

Ons reisdoel voor de lunch

Ben in de namiddag alleen onderweg want Theo neemt geen middagdutje en fiets dan vooruit. In Brives-la-Gaillarde, een wat grotere stad, heb ik toch nog een fruitwinkeltje open gevonden. Fruit, yoghurt en drank ingeslagen en dan maar verder want het einddoel is Turenne, een historisch stadje op de punt van een hoge berg. Daar is geen camping maar wel een chambre d'hôte. De tocht ernaar toe is een continu stijgend vlak van ongeveer 20km. Volgens onze gids is dit de moeilijkste etappe van heel de tocht (en dat op onze voorziene rustdag).

Net voor de finale klim, tref ik Theo weer aan. Volledig in het zweet. Even rusten, maar we hebben het einddoel (Turenne) toch al in het zicht.

Overvloed en golving

De laatste km is een klim van 7 à 8 %.

De laatste km weegt zwaarHet oude kasteel wordt al goed zichtbaar.

De laatste 400 m heb ik naast mijn fiets moeten lopen, het ging niet meer, compleet buiten adem.

Boven aangekomen, onmiddellijk op een terras neergeploft. Wel een uitermate  charmant stadje maar geen tijd voor een verkenning. Gebeld naar de enige chambre d'hôte maar alles was volzet. Een wandelend koppel verwees ons door naar een chambre d'hôte een paar km verderop. Nu ja, die paar km zijn er al snel 6 à 7, en toen we daar aankwamen stelden we vast dat er niemand thuis was. Ondertussen was het al 20u gepasseerd en zochten we koortsachtig naar een alternatieve overnachting in de buurt. Eindelijk prijs in een hotelletje een dorp verder: Sarrasac.

Tegen 21u30 kwamen we in een uiterst mooi maar totaal afgelegen dorpje.

Sarrazac"La belle famille" heet het hotelletje.Zeer aangenaam hotelEn het was inderdaad een mooie familie. En de uitbaatster en haar dochter hebben ons uiterst vriendelijk en attent ontvangen. We kregen een familiekamer zodat Theo en ik in een apart bed konden slapen. Oef. Ook lekker gegeten. Onze fietsen in de stal. Om daar in te raken moesten we bijna over twee grote honden heen rijden want die bougeerden voor geen centimeter. Nooit gezien.Honden die niet opstondenEven laten kon ik nog even praten met de Oma, de oprichtster van het hotel, die vanuit het achterhuis kwam piepenDe eerste generatie van drie

Ze vroeg of we goed behandeld werden want anders zou ze haar dochter en kleindochter er over aanspreken. Ze miste het contact met de klanten maar rugproblemen dwongen haar binnen te blijven. Prachtvrouw. Drie generaties vrouwen. Geen enkele man gezien.

Eindelijk rust in een zalig bed. Maar ook toen geen tijd voor mijn blog.